‘Ik word later een prinses en ga trouwen met een echte ridder.’
Na een korte stilte dient de driejarige haar grote zus van repliek.
‘En ik ga later in een kasteel wonen waar lekker geen ridders mogen komen.’
Die had ze niet aan zien komen, het kleine zusje wordt mondig.
‘Maar dan word je niet beschermd hoor’
Los het op met woorden, elke ouder zegt het. Sla, schop, krab en bijt niet direct, maar praat het uit. Of maak verbaal gehakt van elkaar, dat kan natuurlijk ook. Ruzies waar je als ouder stiekem een beetje van kan genieten, een oefening in debat.
Oké, eerlijk is eerlijk. Het was een kortstondig verbaal hoogtepuntje. Bij gebrek aan beter werd er daarna gewoon ouderwets gegild, geslagen en lazen we nog maar eens een stoer sprookje over avontuurlijke meisjes die geen ridder nodig hebben om zichzelf te beschermen.