‘Van wie is dat ook alweer?’, ‘Waar heb ik dat toch gelezen?’
Iedereen kent die frustratie vermoedelijk wel, die ene briljante uitspraak van he toe wie was het ook alweer, hoe heet nou toch die film, dat liedje, die auteur. Vroeger was je dan aangewezen op vrienden en kennissen met kennis, tegenwoordig kom je met een flard van een halve zin op het internet al een heel eind.
Maar waar las ik nou jaren geleden over de ‘duikbootsamenleving’? Daar kon zelfs het internet mij niet mee helpen. Tim Jackson’s ‘Prosperity withouth growth’ leek een goede kandidaat, of ‘From uneconomic growth to a steady state economy’ van Herman Daly, maar helaas, nergens te vinden.
Dus hier, citaatloos, het idee van de duikbootsamenleving dat de afgelopen tijd door mijn hoofd bleef spoken, omdat we het nu allemaal om ons heen zien.
In een duikboot, zo is het idee, zit je heel dicht op elkaar onder ingewikkelde omstandigheden. Iedereen kent zijn plek en moet erg goed luisteren naar degene die de beslissingen neemt. Vrijheid in je doen en laten is er nauwelijks, omdat je met z’n allen een heel groot probleem hebt als er één iemand een domme beslissing neemt. Ziedaar de parallel. Ook nu moeten we ons allemaal aan strenge regels houden en is er weinig vrijheid om je leven vorm te geven buiten de grenzen van je eigen huis.
Voor een tijdje, om deze coronacrisis te bestrijden, is dat best te doen. Maar er loert nog een andere crisis om de hoek, één die, in de woorden van Koos Dijksterhuis, waarschijnlijk erger is dan corona, Sars, Mers, ebola en het westnijlvirus bij elkaar. De situatie nu wordt wel beschreven als een zonder precedent, een uit de hand gelopen klimaatcrisis is dat pas echt. Momenteel doen we er alles aan om uit de gevarenzone te blijven, de situatie waarin alle ic-bedden vergeven zijn, en voegen ons daarom naar allerlei vrijheid beperkende maatregelen. Logisch, gegeven de omstandigheden, maar zelf beslissen over de invulling van je werkdag, strandwandeling of tuinfeest vinden de meeste mensen toch echt fijner.
Wat het klimaat betreft zitten we natuurlijk allang in de gevarenzone, maar vliegen en consumeren ons elk jaar toch nog een beetje verder richting het randje, richting steeds gevaarlijkere klimaatontwrichting. Een permanente duikbootsamenleving in naam van de klimaatcrisis, één waar vlees eten, vliegen of overdadig consumeren door een machtige overheid aan banden wordt gelegd. Het is voor velen een weinig aantrekkelijk toekomstperspectief. Juist om die noodzaak tot extreme controle van individuele vrijheden te vermijden zouden we na de coronacrisis meteen moeten terugschakelen naar de klimaatcrisis, en deze met dezelfde egards behandelen. Met wekelijkse persconferenties over de voortgang van klimaatmaatregelen, zoals Marjan Minnesma suggereerde, ministers die geen goed woord over hebben voor hen die klimaatonvriendelijk handelen en de herhaaldelijke oproep vanuit de overheid om niet te veel te consumeren, je vlees te laten staan en dichtbij op vakantie te gaan.
Het lijkt nu nog een utopie, maar dat leek de situatie waarin we nu zitten een paar maanden geleden ook nog. Een krachtige overheid en het gevoel van urgentie maken een hoop mogelijk, dat hebben we in de afgelopen tijd wel geleerd.