Grenzeloos lezen. Marjolijn Hof pleitte er afgelopen mei voor in haar Annie MG Schmidt lezing. Lezen buiten hokjes. Poëzie, kinderboeken, literaire romans, romantische pageturners… Trek je niet te veel aan van het labeltje dat aan het boek hangt en lees gewoon wat je aantrekkelijk lijkt. Aangeven voor wie een boek geschikt is, zo stelt zij, geeft direct impliciet aan voor wie een boek niet geschikt zou zijn. Zelf groeide zij op met een vader die zelf jeugdboeken las. Ik denk direct aan mijn oma. Heel voorzichtig, om het boek niet te beschadigen, las zij alles wat ze aan haar kleinkinderen cadeau gaf. Volgens mij genoot ze zelf minstens zoveel van de trilogie over Thule als ik en mijn zusje.
Marjolijn Hof schreef zelf een heel geschikt boek voor de beginnende grenzeloze lezer, de volwassene die weleens een kijkje wil nemen in de wereld van de jeugdliteratuur.
In dit boek, de regels van drie, gaat Twan met zijn tweelingzus, moeder en oma naar IJsland om zijn overgrootvader op te halen. Opi Kas kan niet meer voor zichzelf zorgen en moet zijn oude dag slijten in een Nederlands verzorgingshuis. Volgens anderen dan, zelf is hij dat allerminst van plan. Hij betrekt eerst Twan en dan zijn zus in zijn plan, sterven zoals hij heeft geleefd, als een vrije vogel in de natuur.
Je wassen in de keuken achter een door je moeder omhooggehouden handdoek, en de bijbehorende gêne, de tweelingzus die voor het eerst ongesteld is en waar het nooit meer oud en vertrouwd mee wordt, de complexiteit van het opgroeien. Dit gecombineerd met een portie kinderlogica, als we maar lang genoeg uit het Survivalboek voorlezen blijft opi wel bij ons. Het geeft prachtig weer hoe het is om een jaar of elf te zijn.
Mooi gebruik van taal, met stukken als:
‘Opi Kas zuchtte. ‘Wat is bedoel is dit: Als ik met jullie meega duurt het niet lang meer, en als ik de bergen inga duurt het ook niet lang meer. En zo’n oude man als ik in een ziekenhuisbed en al die ellende… daar draait het op uit als ik meega. Een ziekenhuis met slangetjes en apparaten en dokters die me zo lang mogelijk in leven willen houden. En dat allemaal voor niets eigenlijk, want dood ga ik toch. Ik heb al zo lang geleefd jongens. Laat mij nou maar op mijn eigen manier…’
Existentiële levensvragen. Wanneer mag je ingrijpen in de manier waarop oude mensen leven, wanneer ligt de verantwoordelijkheid niet meer bij hen, wanneer kun je die met goed fatsoen overnemen? En dat is een mooi geschreven jeugdboek dat je in een paar uur uit hebt. Mijn oma leeft helaas niet meer, maar zou Marjolijn Hof’s prachtboek zeker gewaardeerd hebben.